Ligt de aangekondigde betonstop als een baksteen op uw maag?
20 januari 2017
Nergens in Europa woedt de bouwwoede zo hevig dan in Vlaanderen. De beschikbare open ruimte daalt dag na dag spectaculair. Tijd dus om daar iets aan te doen, oordeelt de Vlaamse regering. En dus kondigt ze een gefaseerde betonstop aan. Tegen 2040 behoren nieuwe verkavelingen tot het verleden. Wat betekent dat voor de bouwplannen van u en uw kinderen? Elke dag sneuvelt er in Vlaanderen gemiddeld 6 hectare open ruimte aan bouwprojecten, waarvan ongeveer de helft effectief wordt verhard. Nergens in Europa ligt dat cijfer hoger dan hier. En dus acht de Vlaamse regering de tijd rijp om de tomeloze inpalming van vrije ruimte aan banden te leggen.
Een betonstop in fases
Tegen 2025 moet het bovengenoemd cijfer gehalveerd zijn en tegen 2040 moet de betonstop effectief een feit zijn. Er mag dan géén nieuwe vrije ruimte meer worden gebruikt voor bouwprojecten. Is dit het einde van de baksteen in de maag van de gemiddelde Belg? Nee. Wie na 2040 nog een nieuwbouwwoning of -appartement wil optrekken, kan dat. Alleen zal hij of zij de al ingenomen ruimte moeten gebruiken. Met andere woorden: de sloophamer zal bovengehaald moeten worden. Verouderde woningen zullen versneld verdwijnen om plaats te maken voor nieuwbouw.
Compacter bouwen dankzij de betonstop
In de praktijk zal de betonstop vooral als gevolg hebben dat we met z’n allen dichter bij elkaar gaan wonen: meer hoogbouw dus en compactere volumes. Boeten we dan in aan comfort? Het lijkt misschien zo, maar toch hoeft het niet. Wel moeten we de beschikbare ruimte optimaal gaan benutten. Architecten en projectontwikkelaars krijgen er dus een uitdaging bij.
Einde van het fileleed?
De betonstop dient twee doelen: iets doen aan de lintbebouwing die Vlaanderen al decennialang ontsiert én het fileprobleem oplossen. Door dichter bij elkaar te wonen (in de stad), zo luidt de redenering, verkleinen de afstanden en moeten we minder vaak de auto nemen. Ook het milieu heeft dus baat bij een betonstop.